Inheems autochtoon bloemenzaad

Bij de Bolderik maken we bewuste keuzes om onze lokale biodiversiteit te versterken. Onze betrokkenheid voor inheems autochtoon bloemenzaad is een essentieel onderdeel van dit streven. Dit doen we door zorgvuldig geselecteerde bloemzaden uit de natuur te gebruiken met herleidbare herkomst. Door het vermeerderen van deze bloemzaden dragen we bij aan het behoud van inheems autochtoon bloemenzaad. Het zaaien van deze bloemzaden op de juiste locatie versterkt weer de lokale biodiversiteit.

Door het koesteren van onze lokale flora, spelen we een actieve rol in het behoud van de natuurlijke schoonheid en natuurlijke balans van onze omgeving.

De bloemvormige klokjes van de inheemse campanula’s worden door wilde bijen gebuikt als slaap- en schuilplaats tegen de regen. Gecultiveerde campanula’s zien er mooi uit, maar hebben soms het klokje net andersom staan. Gevolg; de regen komt in het klokje en is niet geschikt als schuilplek.

Wat is Inheems Autochtoon Bloemenzaad?

Bij De Bolderik hebben we bewust gekozen voor het telen van inheems autochtone planten om de lokale biodiversiteit te versterken. Ons inheems autochtoon bloemenzaad bestaat uit wilde bloemen en planten die sinds de ijstijd gedijen in onze regio, zonder tussenkomst van menselijke activiteit. Het DNA van deze planten is daardoor goed aangepast aan onze omgeving en ons klimaat. Een inheemse soort is een soort die dus sinds de laatste ijstijd voorkomt in een verspreidingsgebied. Het gebied kan zeer groot zijn. Zo komt Knoopkruid (Centaurea Jacea) voor in Nederland en in Polen. Het knoopkruid in Nederland heeft zich door de eeuwen heen op DNA-niveau aangepast aan ons zeeklimaat. Hierdoor is die aangepaste plant autochtoon.

Waarom Inheems Autochtoon Bloemenzaad?

Door de eeuwen heen zijn er ook co-evolutionaire relaties ontstaan tussen planten en lokale insecten. De flora en fauna hebben zich op elkaar afgestemd. Hierdoor zijn veel insecten gespecialiseerd en afhankelijk van één of enkele plantensoorten in een bepaalde periode van hun leven. De autochtone planten hebben de bloeicyclus, bloeivorm en het moment van nectar levering afgestemd op de lokale insecten. Dit in tegenstelling tot gecultiveerde soorten of inheemse planten die uit andere klimaatzones komen. Deze inheemse soorten bloeien dan bijvoorbeeld te vroeg voor de lokale insecten waardoor er een mismatch ontstaat. Gecultiveerde soorten zijn vaak juist dusdanig door menselijke tussenkomst aangepast. Deze planten hebben vaak grotere, kleurrijkere bloemen of zelfs dubbele bloemen, zoals korenbloem. Het gevolg is dat insecten de planten moeilijker herkennen en lastiger bij de nectar kunnen komen door meer of grotere kroonbladen. 

Bedreiging inheems autotochtoon bloemenzaad

Door ander landgebruik zijn zelfs algemeen autochtone plantensoorten schaars geworden. Dit komt door het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in landbouw, en het ‘onkruid’ vrij houden van tuinen en openbare ruimtes.

is een waardplant voor Klaverblauwtje. Een vlindersoort die voor een periode uit ons land is verdwenen en ernstig bedreigd is.

Een betoverende omgeving

Door inheemse plantensoorten te vermeerderen, dragen we bij aan de bescherming van bedreigde planten- en diersoorten. Deze bloemsoorten zijn essentieel voor de lokale ecosystemen en ecosysteemdiensten. Zo bevorderen de inheemse bloemsoorten een gezonde bodem en waterkwaliteit. Dit draagt bij aan een fijne leefomgeving voor mens en dier.

Waarom inzaaien?

Sinds enkele decennia de belangstelling voor een meer natuurlijke inrichting en beheer van de openbare groene ruimte sterk gegroeid is, heeft het inzaaien van bloemzaden zijn nut bewezen.

  • veelal is zaad van inheemse planten niet meer in de grond aanwezig.
  • behalve in natuurgebieden vind verspreiding vanuit de directe omgeving onvoldoende plaats.
  • door inzaai kan zich in korte tijd een grotere soortenrijkdom ontwikkelen waar dit anders tientallen jaren zou kunnen duren.
  • aanvullend bij inzaai is een zorgvuldig beheer op langere termijn nodig om het gewenste resultaat te bereiken. Inmiddels is door praktijkervaring van terreinbeheer op dit gebied veel kennis opgedaan.

 

Figuur 1 De kwekers de Bolderik, Cruydchoeck, Biodivers en Staatsbosbeheer (afdeling Zaad en Plantsoen) zetten zich gezamenlijk in voor het grootschalig beschikbaar maken van een ruim sortiment inheemse wilde planten zaden van controleerbare lokale herkomst voornamelijk uit de gebieden in de groene cirkel.